Nabijheidssensoren, cruciale componenten in industriële automatisering en elektronische systemen, worden vertegenwoordigd door gestandaardiseerde symbolen die hun functionaliteit en type overbrengen. De International Electrotechnical Commission (IEC) ontwikkelde een ruitvormig symbool als primaire identificatie voor deze contactloze detectieapparaten.
Symboolonderdelen benaderingssensor
Het IEC-genormaliseerde nabijheidssensorsymbool bevat verschillende belangrijke onderdelen die gedetailleerde informatie geven over de functionaliteit van de sensor:
- Een transistorweergave geeft het type uitgang aan, zoals NPN- of PNP-configuraties.
- Een "Fe"-markering duidt op een inductieve sensor die ijzerhoudende materialen kan detecteren.
- Er kan een normaal open (NO) schakelaarsymbool worden opgenomen om aan te geven dat de interne schakelaar sluit wanneer het doel wordt gedetecteerd.
Deze elementen, in combinatie met de kenmerkende ruitvorm, bieden een uitgebreide visuele weergave van de mogelijkheden en operationele kenmerken van de sensor, zodat ingenieurs en technici snel het specifieke type naderingssensor kunnen identificeren en begrijpen dat wordt gebruikt in een circuit- of systeemdiagram.
Betekenis diamantvorm
De ruitvorm in nabijheidssensorsymbolen dient als universele herkenningsteken en is onmiddellijk herkenbaar voor ingenieurs en technici die werken met automatiserings- en besturingssystemen. Deze kenmerkende geometrische vorm geeft aan dat de sensor objecten kan detecteren zonder fysiek contact, een fundamenteel kenmerk van naderingssensoren. De vier punten van de diamant kunnen worden geïnterpreteerd als het detectieveld van de sensor, symbolisch voor zijn vermogen om objecten te detecteren die uit verschillende richtingen naderen. Deze gestandaardiseerde vorm, vastgelegd door de International Electrotechnical Commission (IEC), zorgt voor consistentie in elektrische schema's en schema's in verschillende industrieën en landen, wat duidelijke communicatie vergemakkelijkt en de kans op verkeerde interpretaties in systeemontwerpen vermindert.
Inductieve vs. capacitieve sensoren
Inductieve en capacitieve naderingssensoren zijn beide contactloze detectieapparaten, maar verschillen in hun detectiemechanismen en toepassingen. Inductieve sensoren blinken uit in het detecteren van metalen voorwerpen en maken gebruik van elektromagnetische velden om geleidende materialen te detecteren. Capacitieve sensoren daarentegen hebben een breder detectiebereik en kunnen zowel metalen als niet-metalen objecten detecteren, waaronder vloeistoffen en vaste stoffen. Deze veelzijdigheid maakt capacitieve sensoren geschikt voor een breder scala aan industriële toepassingen. De symbolen voor deze sensoren geven hun verschillende functionaliteiten weer:
- Inductieve sensoren hebben vaak een "Fe"-markering in hun symbool om aan te geven dat ze ijzerhoudend materiaal kunnen detecteren.
- Symbolen voor capacitieve sensoren kunnen extra elementen bevatten om hun gevoeligheid voor verschillende materialen aan te duiden.
Beide typen kunnen normaal open (NO) of normaal gesloten (NC) uitgangsconfiguraties hebben, die worden weergegeven door specifieke schakelaarsymbolen binnen het algemene pictogram van de naderingssensor.